College 1
In het eerste college behandelen we het mythische wereldbeeld, de opkomst van de eerste filosofen (natuurfilosofen) en de eerste twee van de grote drie van de Klassieke Oudheid: Socrates en Plato.
College 2
In het tweede college staan de cynici, Aristoteles en het begin van de Hellenistische filosofie centraal. Het karakter van filosofische scholen wordt besproken en we komen erachter hoe de ideeën van de sceptici ons rustig kunnen maken.
College 3
Het derde college gaat over de stoïcijnen en epicuristen. Ook staan we stil bij de rol van de filosofie in de Middeleeuwen en komen enkele bekende filosofen uit de die tijd voorbij zoals Augustinus.
College 4
In het vierde college behandelen we de renaissance en het humanisme. We zien de gevolgen van de verschuiving van een theocentrisch wereldbeeld naar een antropocentrisch wereldbeeld. Filosofen die besproken worden zijn bijvoorbeeld Descartes en Spinoza
College 5
Het vijfde college gaat over het sociaal-contract-denken van Thomas Hobbes en John Locke, en hoe deze ideeën nog steeds terug te vinden zijn in publieke debatten. Ook geven we aandacht aan de Franse verlichting, o.a. Voltaire en de gelijktijdige opkomst van de romantiek aan de hand van Rousseau.
College 6
In dit college borduren we verder op de spanning tussen verlichting en romantiek. De verlichtingsfilosoof Immanuel Kant komt uitgebreid aan de orde. We besteden aandacht aan zijn opvattingen over kunst en ethiek.
College 7
In dit college staan we stil bij de Duitse wilsfilosofen uit de negentiende eeuw: Nietzsche en Schopenhauer. In het tweede deel van dit college is er aandacht voor de verschillen tussen het idealisme en materialisme, tussen Hegel en Marx.
College 8
We hebben het over het existentialisme, dat opkomt aan het eind van de negentiende eeuw en in de twintigste eeuw furore maakt. Filosofen die besproken zullen worden zijn Kierkegaard, De Beauvoir, Sartre en Camus.
College 9
In dit college worden andere opvallende ontwikkelingen in de filosofie van de twintigste eeuw besproken. De opkomst van het fenomenologische denken aan de hand van Heidegger, het politieke denken van Arendt, ‘the linguistic turn’ aan de hand van Wittgenstein en Searle, en ten slotte het structuralisme aan de hand van Foucault.
College 10
In het laatste college besteden we aandacht aan enkele bekende, hedendaagse denkers zoals Žižek, Taylor en Nussbaum.